Art. 38, art. 74 en art. 279 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Voorgesteld wordt om artikel 11 van het huishoudelijk reglement te passen.
BESTAANDE VERSIE(Raad voor Maatschappelijk Welzijn 6 februari 2019)
Art. 11. De OCMW-raadsleden hebben het recht aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de OCMW-raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden van het OCMW, die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord. (art. 31, volgens art. 74 DLB)
NIEUW VOORSTEL
Art. 11. De OCMW-raadsleden hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de dertig dagen na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de OCMW-raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden betreffende het OCMW, die niet op de agenda van de OCMW-raad staan.
Deze vragen worden schriftelijk ingediend uiterlijk op de zondag voor de raad en dit uiterlijk voor 23 uur. Indien de maandag of dinsdag voor de OCMW-raad een feestdag of collectieve sluitingsdag is, dienen de vragen uiterlijk op de vrijdag voor de raad om 12 uur te worden ingediend.
De vraag omvat: de omschrijving van het thema, de vraag zelf en tot wie de vraag gesteld is.
Het aantal mondelinge vragen wordt per fractie beperkt tot het aantal leden dat deze fractie telt in de OCMW-raad.
Vragen die op deze manier gesteld worden zullen op de eerstvolgende vergadering behandeld worden, voor zover er geen extra opzoekwerk noodzakelijk is.
De behandeling van de mondelinge vraag verloopt volgens volgend tijdsschema:
Tussen maandag en ten laatste vlak voor OCMW-raad kan men nog een bijkomende vraag indienen, wanneer die actueel is en dus niet conform de bovenstaande afspraak gesteld kon worden. Men beargumenteert ook kort wat het actualiteitsgehalte is. De voorzitter van de raad beoordeelt dit. De behandeling van deze vraag volgt (bij agendering door de voorzitter) ook bovenstaand schema.
Als omwille van de techniciteit van de vraag of omwille van noodzakelijk opzoekwerk men niet slaagt om te antwoorden op de OCMW-raad, zal op deze mondelinge vragen ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord worden.
Op 25 mei 2021 werd dit nieuwe voorstel besproken met de fractieleiders.
Bijkomend worden ook een aantal delegaties voor ondertekening gegeven op voorstel van de algemeen directeur. Hierdoor kan de ondertekening van administratieve stukken efficiënter verlopen. Voorgesteld wordt om een hoofdstuk 13 toe te voegen aan het huishoudelijk reglement met volgende inhoud:
Hoofdstuk 13: DELEGATIE VAN ONDERTEKENING (art. 279§6 DLB)
Art. 43. In uitvoering van artikel 279, § 6 decreet over het lokaal bestuur wordt de ondertekening van volgende stukken gedelegeerd aan:
1. De deskundige overheidsopdrachten, diens vervanger, de dossierbeheerder of de algemeen directeur:
2. De medewerkers van de dienst financiën of de financieel directeur:
3. De medewerkers van de personeelsdienst, de personeelsdirecteur of de algemeen directeur:
4. De maatschappelijk werker, het diensthoofd sociale dienst of de algemeen directeur:
Alle attesten die, zonder afstand te doen van de verplichting tot toepassing van het beroepsgeheim en de privacywetgeving, worden afgeleverd aan derden ter kennisgeving van een toekenning van een uitkering in brede zin aan een individu. Het betreft onder meer:
5. De dienstencentrumleider, het diensthoofd sociale dienst of de algemeen directeur:
6. De dossierbehandelaar, diens diensthoofd of de algemeen directeur:
Onverminderd de bepalingen van artikel 279 §1 tem §5 van het decreet over het lokaal bestuur kunnen loutere administratieve uitvoeringen van beslissingen of administratieve handelingen die geen beslissing vereisen, ondertekend worden door de dossierbehandelaar van de desbetreffende dienst, diens diensthoofd of de algemeen directeur. Dit geldt tevens voor elektronische stukken en elektronische ondertekeningen en aangiften.
Diegenen die bevoegd zijn stukken te ondertekenen dienen boven hun handtekening hun naam en functie te vermelden en, in voorkomend geval, melding te maken van de opdracht.
Het betreft hier onder meer maar niet uitsluitend:
Stemverklaringen
De PRO Leopoldsburg fractie vraagt om volgende stemverklaring op te nemen: Het beperken van het aantal mondelinge vraagstellingen tot één vraag per fractielid druist in tegen artikel 31 van het decreet lokaal bestuur. Het beperken van het aantal mondelinge vragen is enkel te verantwoorden als het gaat om de goede werking van de raad voor maatschappelijk welzijn. Wij stellen vast dat deze meerderheid de goede werking van de raad gelijk stelt met op tijd gedaan hebben van de raad. We zullen het dan ook niet nalaten om, indien we van mening zijn dat onze rechten als raadsleden beknot worden, een klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid.De N-VA fractie vraagt volgende stemverklaring op te nemen: Wij dienen tegen te stemmen tegen de verdere aanpassingen, en wel om volgende vier redenen:
1. De termijn om schriftelijke vragen te beantwoorden, wordt niet teruggebracht naar 21 dagen. Zonder goede argumenten.
2. Wij zijn het principieel oneens om het aantal mondelinge vragen te beperken.
3. Het vragen stellen (en beantwoorden) met de chronometer is overbodig en volgens ons niet te handhaven. Afspraken rond beknoptheid en de geldende regeling om tot de orde te roepen, volstaan en kunnen wél werken in de praktijk.
4. We vroegen om mondelinge vragen ook steeds mondeling te beantwoorden (op de eerste gemeenteraad of op deze die erop volgt). We dienen dan ook tegen te stemmen
Raadslid Bloemen vraagt de stemming per artikel.
Op 6 februari 2019 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn het huishoudelijk reglement voor de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Het stellen van de mondelinge vragen en de daarbijhorende antwoorden verloopt niet vlot.
Om aan dit euvel te verhelpen, stelt de voorzitter van de raad, naar analogie met de aanpassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 7 juli 2021,
een aantal aanpassingen voor.
Artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, goedgekeurd op 6 februari 2019, wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:
Art. 11. De OCMW-raadsleden hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de dertig dagen na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de OCMW-raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden betreffende het OCMW, die niet op de agenda van de OCMW-raad staan.
Deze vragen worden schriftelijk ingediend uiterlijk op de zondag voor de raad en dit uiterlijk voor 23 uur. Indien de maandag of dinsdag voor de OCMW-raad een feestdag of collectieve sluitingsdag is, dienen de vragen uiterlijk op de vrijdag voor de raad om 12 uur te worden ingediend.
De vraag omvat: de omschrijving van het thema, de vraag zelf en tot wie de vraag gesteld is.
Het aantal mondelinge vragen wordt per fractie beperkt tot het aantal leden dat deze fractie telt in de OCMW-raad.
Vragen die op deze manier gesteld worden zullen op de eerstvolgende vergadering behandeld worden, voor zover er geen extra opzoekwerk noodzakelijk is.
De behandeling van de mondelinge vraag verloopt volgens volgend tijdsschema:
Tussen maandag en ten laatste vlak voor OCMW-raad kan men nog een bijkomende vraag indienen, wanneer die actueel is en dus niet conform de bovenstaande afspraak gesteld kon worden. Men beargumenteert ook kort wat het actualiteitsgehalte is. De voorzitter van de raad beoordeelt dit. De behandeling van deze vraag volgt (bij agendering door de voorzitter) ook bovenstaand schema.
Als omwille van de techniciteit van de vraag of omwille van noodzakelijk opzoekwerk men niet slaagt om te antwoorden op de OCMW-raad, zal op deze mondelinge vragen ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord worden.
In het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt een hoofdstuk 13 toegevoegd met volgende inhoud:
Hoofdstuk 13: DELEGATIE VAN ONDERTEKENING (art. 279§6 DLB)
Art. 43. In uitvoering van artikel 279, § 6 decreet over het lokaal bestuur wordt de ondertekening van volgende stukken gedelegeerd aan:
1. De deskundige overheidsopdrachten, diens vervanger, de dossierbeheerder of de algemeen directeur:
2. De medewerkers van de dienst financiën of de financieel directeur:
3. De medewerkers van de personeelsdienst, de personeelsdirecteur of de algemeen directeur:
4. De maatschappelijk werker, het diensthoofd sociale dienst of de algemeen directeur:
Alle attesten die, zonder afstand te doen van de verplichting tot toepassing van het beroepsgeheim en de privacywetgeving, worden afgeleverd aan derden ter kennisgeving van een toekenning van een uitkering in brede zin aan een individu. Het betreft onder meer:
5. De dienstencentrumleider, het diensthoofd sociale dienst of de algemeen directeur:
6. De dossierbehandelaar, diens diensthoofd of de algemeen directeur:
Onverminderd de bepalingen van artikel 279 §1 tem §5 van het decreet over het lokaal bestuur kunnen loutere administratieve uitvoeringen van beslissingen of administratieve handelingen die geen beslissing vereisen, ondertekend worden door de dossierbehandelaar van de desbetreffende dienst, diens diensthoofd of de algemeen directeur. Dit geldt tevens voor elektronische stukken en elektronische ondertekeningen en aangiften.
Diegenen die bevoegd zijn stukken te ondertekenen dienen boven hun handtekening hun naam en functie te vermelden en, in voorkomend geval, melding te maken van de opdracht.
Het betreft hier onder meer maar niet uitsluitend:
De gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement van 1 september 2021, integraal toegevoegd bij dit besluit, vervangt de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement van 6 februari 2019.
Na goedkeuring, wordt de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement gepubliceerd.